Volleybal Recreanten Deel 1
Doordraaien
Bij volleybal zijn er zes spelers die steeds op een wisselende positie in het veld staan. Dat gebeurt d.m.v. doordraaien. Bij het terughalen van de opslag schuiven alle spelers, met de klok mee, één positie op.
Ondanks het doordraaien heeft elke speler een specialisme. De posities heten in kort spelverdeler, midden, buiten en diagonaal.
Opstellingregels
Een speler staat goed als
- hij/zij achter de speler staat die recht voor hem/haar staat
- hij/zij voor de speler staat die recht achter hem/haar staat
- hij/zij links van de speler staat die rechts van hem/haar staat
- hij/zij rechts van de speler staat die links van hem/haar staat
In de afbeelding rechts staat de midachter dus goed.
De midachter staat hier goed.
De links- en rechtsvoor zijn naar achteren verplaatst. De midachter staat nog steeds goed opgesteld want die heeft niets te maken met de spelers die schuin voor/achter hem/haar staan.
Ook de linksvoor staat goed, want die staat links van de midvoor en voor de linksachter.
Basisopstelling
Dit is de meest gangbare basisopstelling. De vraag is nu welke spelverdeler (SV) laten we spelverdelen? Door de achterspeler (6-2 systeem) of de voorspeler (4-2)? Het liefst de achterspeler want dan heb je drie voorspelers die kunnen aanvallen. Ons voorkeur gaat uit naar het 6-2 systeem. Er zijn dus 2 spelverdelers en 6 aanvallers.